Nederlands

  Niet te verwarren met: kapenaar
Uitspraak
Woordafbreking
  • Ka·pe·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Kapenaar Kapenaren
verkleinwoord
enkelvoud meervoud
naamwoord Kapenaar Kapenaren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Kapenaarm

  1. (demoniem) een inwoner van Kaapstad (Capetown), of iemand afkomstig uit Kaapstad
  2. (demoniem) een inwoner van de Kaap (Kaap de Goede Hoop), of iemand afkomstig uit de Kaap
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid