Jehoedese
- Je·hoe·de·se
Jehoedese
- (Jiddisch-Hebreeuws) vrouwelijk lid van de stam Juda-2 (1 Kron. 4:18)
- Jehoedeeër, jehoedi, Jehoediet
- Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie): Judese
- Het woord 'Jehoedese' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.