Haäri
- IPA: / haʔaˈri / (3 lettergrepen)
- Haä·ri, Ha·a·ri
- [1] van Hebreeuws הָאֲרִי en (haäri) "de leeuw" op te vatten als letterwoord van האלוהי רבי יצחק en (Haëlohi Rabbi Jitschak), "de goddelijke rabbi Izaäk" [1]
Haäri m
- (Jiddisch-Hebreeuws) Jitschak ben Sjlomo Luria, een kabbalist, geboren in Jeruzalem, daarna levend in Egypte (1534-1572)
- Het woord 'Haäri' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.