Goereese
- Goe·ree·se
- [zelfstandig naamwoord] Goeree met het achtervoegsel -se
- [bijvoeglijk naamwoord] Goerees met de uitgang -e volgens spellingregel 2.C met dubbel-e geschreven
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Goereese | Goereesen |
verkleinwoord |
de Goereese v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Goedereede, of een vrouw afkomstig uit Goedereede
Demoniemen bij Goedereede in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Goereeër • inwoonster: Goereese • bijvoeglijk: Goerees |
Goereese
- verbogen vorm van de stellende trap van Goerees
- Het woord Goereese staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.