Europarlementariër

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Eu·ro·par·le·men·ta·riër, Eu·ro·par·le·men·ta·ri·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Europarlementariër Europarlementariërs
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de Europarlementariërm

  1. (politiek) gekozen volksvertegenwoordiger in het Europees Parlement
    • Na afloop van het debat riepen verontwaardigde Europarlementariërs op tot een onderzoek naar de verspreiding van Russische propaganda in het Europees Parlement. [1] 
    • Zo verbleef PVV-Europarlementariër André Elissen in 2017 op kosten van het Kremlin als ‘verkiezingswaarnemer’ in Moskou. [2] 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen