• Eo·zoï·cum, Eo·zo·icum
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘geologische periode’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1935 [1]

het Eozoïcumo

  1. verouderde spelling of vorm van eozoïcum tot 2006 (geologie)
  • In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
  • In de standaard van de Internationale Commissie voor Stratigrafie heet dit tijdperk "proterozoïcum"[2]