Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • E-woord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord E-woord
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het E-woordo

  1. (informeel) het woord Elfstedentocht dat men als een taboewoord beschouwd met name als er een vorstperiode in Nederland heerst
  2. (informeel) het woord Europa dat men als een taboewoord beschouwd

Gangbaarheid