Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Bel·gra·do·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Belgradose (Belgradosen)
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Belgradosev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Belgrado, of een vrouw afkomstig uit Belgrado
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

Belgradose

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Belgradoos

Gangbaarheid