BMX'en

Nederlands

Iemand die BMX't.

Uitspraak

• Geluid:  BMX'en    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌbeʔɛmˈʔɪksə(n) / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• BMX·en

Woordherkomst en -opbouw

• ww: afgeleid van  BMX zn  met het achtervoegsel -en
• zn:  BMX zn  met de uitgang -en

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
BMX'en	BMX'te	ge-BMX't
zwak -t	volledig

Werkwoord

BMX'en

1. inergatief (sport) zo snel en behendig mogelijk op een speciale fiets met kleine wielen rijden

   ▸ Sneakerfreaks willen altijd méér kopen, om steeds te kunnen pronken met iets nieuws aan hun voeten. Want behalve geschikt om op te breakdancen of te BMX'en, is de sneaker toch vooral een statussymbool.

Synoniemen

• fietscross

Afgeleide begrippen

• BMX'er, bmxster

Zelfstandig naamwoord

de BMX'en mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord BMX

   ▸ Niet dat het oude park niet goed was. Wel gedateerd. En volledig kapotgereden door de decks, inline skates en BMX'en.

Gangbaarheid

• Het woord BMX'en staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.