• Az·teek
enkelvoud meervoud
naamwoord Azteek Azteken
verkleinwoord - -

de Azteekm

  1. iemand die behoort tot het inheemse volk dat van de 14e tot de 16e eeuw een ontwikkelde beschaving in Mexico voortbracht
     Zou je inderdaad, zoals de Azteek, op één eetlepel chiazaad een hele dag voort kunnen?[2]
     De furieuze Azteek knoopte daar, schreeuwend over de linies, aan vast: 'Maar als jullie Montezuma niet vrijlaten, zullen wij jullie alsnog doden en koken in chocolade... Waarom verzwelgt de aarde jullie niet, jullie die de goden van anderen stelen?'[3]
  • azteek (officiële spelling van 1996 tot 2006)
  1. Azteek op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    Freek Schravesande
    “Superfoods” (24 mei 2013) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Ferry Versteeg
    “Het bloedspoor van Cortés” (8 januari 1994) op nrc.nl