Asteratiet
- Geluid: Asteratiet (hulp, bestand)
- IPA: /ɑstəraˈtit/
- As·te·ra·tiet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Asteratiet | Asteratieten |
verkleinwoord |
- (Jiddisch-Hebreeuws) inwoner van Astarot (1 Kron. 11:44)
- Hebreeuws (transcriptieversie): Asjteratiet
- Het woord 'Asteratiet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.