Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Asa·ra Be·te·vet
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

Asara Betevet

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) (religie) vastendag op 10 tevet ter herdenking van het beleg van Jeruzalem dat beschreven wordt in 2 Kon. 25
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen