• Al·lu·vi·um

het Alluviumo

  1. (geologie) alluvium, geologisch tijdperk (in een vóór 2006 gangbare schrijfwijze)
    • Anders zouden wij ook over des Sprekers mededeelingen nopens het Alluvium moeten spreken, en ook aanmerken, dat hij, naar het schijnt, met den Zondvloed des Bijbels eerst het einde des Diluvium's, of het begin des Alluvium's aanneemt, iets, hetwelk stof genoeg tot gegronde aanmerkingen zou opleveren. [1]
  • In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.