• [1] Abo·ri·gi·nes
  • [2] Abo·ri·gines
[1] enkelvoud meervoud
naamwoord - Aborigines
verkleinwoord - -

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie in betekenis [1].

de Aboriginesmv

  1. alleen meervoud oorspronkelijke bewoners van Midden-Italië, voorgangers van de Romeinen
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord Aborigine