48-jarige
- 48-·ja·ri·ge
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
48-jarige
- verbogen vorm van de stellende trap van 48-jarig
- De vulkaan werd weer actief na een 48-jarige periode zonder uitbarstingen.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | 48-jarige | 48-jarigen |
verkleinwoord |
- persoon die 48 jaar oud is of iets dat 48 jaar bestaat
- De 48-jarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen.
- Het woord 48-jarige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.