42-jarige
- 42-·ja·ri·ge
42-jarige
- verbogen vorm van de stellende trap van 42-jarig
- De vulkaan werd weer actief na een 42-jarige periode zonder uitbarstingen.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | 42-jarige | 42-jarigen |
verkleinwoord |
- persoon die 42 jaar oud is of iets dat 42 jaar bestaat
- De 42-jarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen.
- Het woord 42-jarige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.