Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • 118-ja·rige
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

118-jarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van 118-jarig
    • De vulkaan werd weer actief na een 118-jarige periode zonder uitbarstingen. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord 118-jarige 118-jarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de 118-jarigev / m

  1. persoon die 118 jaar oud is of iets dat 118 jaar bestaat
    • De 118-jarige is de oudste inwoonster van het land. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid