116-jarige
- Geluid: 116-jarige (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔndərtˈsɛstinˌjarəɣə / (7 lettergrepen)
- 116-·ja·ri·ge
116-jarige
- verbogen vorm van de stellende trap van 116-jarig
- De vulkaan werd weer actief na een 116-jarige periode zonder uitbarstingen.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | 116-jarige | 116-jarigen |
verkleinwoord |
- persoon die 116 jaar oud is of iets dat 116 jaar bestaat
- De 116-jarige is de oudste inwoonster van het land.
- Het woord '116-jarige' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.