enkelvoud meervoud
nominatief ша́г шаги́
genitief ша́га шаго́в
datief ша́гу шага́м
accusatief ша́г шаги́
instrumentalis ша́гом шага́ми
locatief ша́ге шага́х

шаг m

  1. pas, stap
    «Я работал с нашим великим ученым-энергетиком Иваном Аркадьевичем Сыромятниковым. Он говорил: «Энергетика движется шагами — от аварии к аварии».»
    Ik heb met de grote energie-geleerde I.A Syromjatnikov gewerkt. Hij zei: Energie verloopt in stappen - van ramp tot ramp.
  • Latijnse transcriptie: šag