enkelvoud meervoud
nominatief чле́н чле́ны
genitief чле́на чле́нов
datief чле́ну чле́нам
accusatief чле́н чле́ны
instrumentalis чле́ном чле́нами
locatief чле́не чле́нах

член m

  1. lid; persoon die deel van een organisatie is
    «Информация о членах совета директоров»
    Informatie over de leden van de raad van directeuren
  2. lid; een deel van een wetsartikel e.d.
  3. ledemaat
    «Все члены ноют после вчерашнего матча.»
    Alle ledematen doen zeer na de wedstrijd van gisteren
  4. penis, mannelijk lid.
  5. onderdeel
    «Член предложения»
    Deel van het voorstel