Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
свою
Taal
Volgen
Bewerken
Russisch
enkelvoud
meervoud
m
v
o
m
/
v
/
o
nominatief
сво́й
своя́
своё
свои́
genitief
своего́
свое́й
своего́
свои́х
datief
своему́
свое́й
своему́
свои́м
accusatief
сво́й
своего́
свою́
своё
свои́
свои́х
instrumentalis
свои́м
свое́й
свои́м
свои́ми
locatief
своём
свое́й
своём
свои́х
Bezittelijk voornaamwoord
Wederkerend
: Gebruikt wanneer de bezitter het onderwerp van de zin is.
свою
accusatief
v
onbezield: mijn, jouw, uw, zijn etc.
eigen
«Я курю́
свою́
сига́ру.»
Ik rook
mijn
(eigen) sigaar.