одни mv nominatief en accusatief onbezield.
- één bij pluralia tanta.
- «Одни санки.»
- Eén slee
- enige, een aantal
- «Одни мои знакомые переехали в другой город.»
- Enige kennissen van mij zijn naar een andere stad verhuisd.
- alleen
- «В бой идут одни старики.»
- Alleen oude mannen gaan naar de slag.