• гор-шо́к
enkelvoud meervoud
nominatief горшо́к горшки́
genitief горшка́ горшко́в
datief горшку́ горшка́м
accusatief горшо́к горшки́
instrumentalis горшко́м горшка́ми
locatief горшке́ горшка́х

горшок m

  1. pot
  2. po
    «Наслушавшись разных людей, вы, возможно, будете считать, что приучить ребёнка пользоваться горшком — тяжёлый труд.»
    Na naar verschillende mensen geluisterd te hebben kunt u wellicht menen dat een kind aan te leren van de po gebruik te maken een moeilijke opgave is.