's weekends
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: 's weekends (hulp, bestand)
- IPA: / ˈswikɛnts / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈsʋikɛnts/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈsβ̞ikɛnts/
Woordafbreking
- 's week·ends
Woordherkomst en -opbouw
- Verkorting van 'des weekends', de genitief van 'het weekend'.
Bijwoord
's weekends
- op een dag die in het weekend valt: zaterdag en zondag
- Hij eet 's weekends meestal heel slecht.
Antoniemen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord ''s weekends' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.