zwommen uit
- Geluid: zwommen uit (hulp, bestand)
- zwom·men uit
vervoeging van |
---|
uitzwemmen |
zwommen (...) uit
- meervoud verleden tijd van uitzwemmen
- Wij zwommen uit.
- Jullie zwommen uit.
- Zij zwommen uit.
- Wij zwommen uit.
- Het woord zwommen uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.