zwom aan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwom aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanzwemmen |
zwom aan
- enkelvoud verleden tijd van aanzwemmen
- Ik zwom aan.
- Jij zwom aan.
- Hij, zij, het zwom aan.
- Ik zwom aan.
Gangbaarheid
- Het woord zwom aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.