zwoeren samen
- Geluid: zwoeren samen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzwurə(n) ˈsamə(n) / (4 lettergrepen)
- zwoe·ren sa·men
vervoeging van |
---|
samenzweren |
zwoeren (…) samen
- meervoud verleden tijd van samenzweren
- Wij zwoeren samen.
- Jullie zwoeren samen.
- Zij zwoeren samen.
- Wij zwoeren samen.
- Het woord zwoeren samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.