Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwing
enkelvoud meervoud
naamwoord zwing zwingen
verkleinwoord zwingetje zwingetjes

Zelfstandig naamwoord

de zwingv

  1. dwarshout voor een koets waaraan paarden vastgemaakt worden
  2. vliegorgaan van een vogel
Synoniemen

Gangbaarheid

33 % van de Nederlanders;
26 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be