zwilwrat
- zwil·wrat
- samenstelling van zwil en wrat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwilwrat | zwilwratten |
verkleinwoord | zwilwratje | zwilwratjes |
- (medisch) (zoötomie) eeltachtige bobbel aan de binnenzijde van het been van een paard
- Er wordt vermoed dat de zwilwrat de plaats van een rudimentaire teen aangeeft.
- Het woord 'zwilwrat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwilwrat" herkend door:
8 % | van de Nederlanders; |
14 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be