Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwicht
enkelvoud meervoud
naamwoord zwicht zwichten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de zwichtm (?)

  1. (molenaarsambacht) stand waarin een zeil opgerold wordt bij het zwichten
    • Het zeil werd opgerold tot de eerste zwicht. 

Werkwoord

vervoeging van
zwichten

zwicht

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van zwichten
  2. gebiedende wijs van zwichten

Gangbaarheid