Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwe·ve·rig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zweverigheid zweverigheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de zweverigheidv

  1. gebrek aan concrete zaken in een betoog
    • De zweverigheid van zijn verhaal deed mij mijn geduld verliezen. 
Verwante begrippen


Gangbaarheid