• zwe·ven·de

zwevende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van zwevend
     Davis schoot een trap met zwevende marmeren treden op, zodat ik alleen met Noah achterbleef - dat dacht ik tenminste - tot een vrouw die ik nog niet had gezien riep: 'Dat is een echte Picasso.[1]
vervoeging van: zweven
verbogen vorm: zwevendee

zwevende

  1. verbogen vorm van zwevend, het onvoltooid deelwoord van zweven
  1. “Schildpadden tot in het oneindige” (2017), Gottmer  , ISBN 9789025768652