zwermen
- zwer·men
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zwermen |
zwermde |
gezwermd |
zwak -d | volledig |
zwermen
- in een zwerm vliegen
- De wespen zwermden samen in het rond.
- zwerven, doelloos rondlopen
- [2] zwermer
- [2] zwermgeest
de zwermen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord zwerm
- Het woord zwermen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwermen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be