Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwem·pla·teau
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwemplateau zwemplateaus
verkleinwoord zwemplateautje zwemplateautjes

Zelfstandig naamwoord

het zwemplateauo

  1. plat deel aan de achterkant van een plezierboot vanwaar men kan zwemmen
     Op ingenieuze wijze was de cocaïne verstopt in het zwemplateau van het motorjacht Louise, dat in een transportschip van de Britse Maagdeneilanden naar Southampton is gebracht. Justitie vermoedt dat de drugs in Venezuela in de Louise zijn verstopt.[1]
     De tender heeft een duidelijke zeeg en een vrij brede spiegel met doorloop naar het zwemplateau.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Nederlandse megavangst cocaïne in Engeland” (03-08-2011), Tubantia
  2.   Weblink bron
    EPCO ONGERING
    “Boottest Enkhuizen cruiser 744: vernuftige weekender” (26 jan. 2019), De Telegraaf