zwemkampioenschap

Nederlands

 
prijsuitreiking bij een zwemkampioenschap
Uitspraak
Woordafbreking
  • zwem·kam·pi·oen·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwemkampioenschap zwemkampioenschappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zwemkampioenschapo

  1. zwemwedstrijd waarbij de winnaar zich kampioen mag noemen
     Bij het Gelderse B-zwemkampioenschap in Nijkerk heeft Thomas Jansen een uitstekende prestatie geleverd. De Needse zwemmer, uitkomend voor de startgemeenschap Berkelland NEC, slaagde er op de 100 meter vlinderslag in zijn persoonijke record met liefst vijf seconden aan te scherpen.[2]
     Lance Armstrong mag toch niet meedoen aan het regionale zwemkampioenschap dit weekeinde in Texas. Dat heeft de wereldzwembond FINA donderdag bepaald.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Gelderse titel voor Thomas Jansen” (15-02-2006), Tubantia
  3.   Weblink bron “Armstrong neemt toch niet deel aan zwemwedstrijd” (04-04-2013), Tubantia