Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwelt op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opzwellen

zwelt (…) op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzwellen
    • Jij zwelt op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opzwellen
    • Hij zwelt op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opzwellen
    • Zwelt op! 

Gangbaarheid