• zwei·ten
  • Afleiding van het hoofdtelwoord zwei
Naar frequentie 1730
  • onbepaald zonder lidwoord

zweiten

  1. onbepaald (zonder lidwoord) genitief mannelijk enkelvoud van zweite

zweiten

  1. onbepaald (zonder lidwoord) accusatief mannelijk enkelvoud van zweite

zweiten

  1. onbepaald (zonder lidwoord) genitief onzijdig enkelvoud van zweite

zweiten

  1. onbepaald (zonder lidwoord) datief meervoud van zweite
  • bepaald met lidwoord

zweiten

  1. bepaald genitief mannelijk enkelvoud van zweite

zweiten

  1. bepaald datief mannelijk enkelvoud van zweite

zweiten

  1. bepaald accusatief mannelijk enkelvoud van zweite

zweiten

  1. bepaald genitief vrouwelijk enkelvoud van zweite

zweiten

  1. bepaald datief vrouwelijk enkelvoud van zweite

zweiten

  1. bepaald genitief onzijdig enkelvoud van zweite

zweiten

  1. bepaald datief onzijdig enkelvoud van zweite

zweiten

  1. bepaald meervoud van zweite

onbepaald zweiten

  1. onbepaald genitief mannelijk enkelvoud van zweite

zweiten

  1. onbepaald datief mannelijk enkelvoud van zweite

zweiten

  1. onbepaald accusatief mannelijk enkelvoud van zweite

zweiten

  1. onbepaald genitief vrouwelijk enkelvoud van zweite

zweiten

  1. onbepaald datief vrouwelijk enkelvoud van zweite

zweiten

  1. onbepaald genitief onzijdig enkelvoud van zweite

zweiten

  1. onbepaald datief onzijdig enkelvoud van zweite

zweiten

  1. onbepaald meervoud van zweite