zwavel uit
- Geluid: zwavel uit (hulp, bestand)
- zwa·vel uit
vervoeging van |
---|
uitzwavelen |
zwavel (...) uit
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwavelen
- Ik zwavel uit.
- gebiedende wijs van uitzwavelen
- Zwavel uit!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwavelen
- Zwavel je uit?
- Het woord zwavel uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.