zwanenhalsfuut

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zwanenhalsfuut    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• zwa·nen·hals·fuut

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zwanenhalsfuut	zwanenhalsfuten
verkleinwoord	zwanenhalsfuutje	zwanenhalsfuutjes

Zelfstandig naamwoord

de zwanenhalsfuut m

1. (futen) Aechmophorus occidentalis  een watervogel uit de familie van de Podicipedidae . Deze fuut heeft een lange, dunne hals en een rudimentaire staart. Het verenkleed is zwart en wit. Op zijn kop prijkt een zwarte pruik. Dit is bij beide geslachten gelijk. De lichaamslengte bedraagt 55 tot 75 cm en het gewicht 1 tot 2 kg

Hyperoniemen

• futen, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'zwanenhalsfuut' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.