zwaailichttelevisie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwaai·licht·te·le·vi·sie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwaailichttelevisie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zwaailichttelevisiev

  1. reality-tv waarbij men kan zien wat de politie, de brandweer en de ambulancedienst doen
     'Het reality-genre begon al veel eerder, met wat ik maar de zwaailichttelevisie noem.’ Programma’s als Blik op de weg lieten de kijker meerijden met de politie of de brandweer.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Koen Haegens
    “De wereld als jury” (30 maart 2011), de groene Amsterdammer