Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zuig leeg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
leegzuigen

zuig leeg

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegzuigen
    • Ik zuig leeg. 
  2. gebiedende wijs van leegzuigen
    • Zuig leeg! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegzuigen
    • Zuig je leeg? 


Gangbaarheid