Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: zomen
  • zoo·men
  • Leenwoord uit het Engels: zoom.
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zoomen
zoomde
gezoomd
zwak -d volledig

zoomen

  1. overgankelijk de mate van vergroting van een beeld veranderen
    • Iedere foto kan gezoomd worden maar de grenzen zijn enerzijds de beeldgrootte en anderzijds de pixelgrootte. 
91 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be