zoomde om
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zoom·de om
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omzomen |
zoomde om
- enkelvoud verleden tijd van omzomen
- Ik zoomde om.
- Jij zoomde om.
- Hij, zij, het zoomde om.
- Ik zoomde om.
Gangbaarheid
- Het woord zoomde om staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.