zondagopenstelling

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zon·dag·open·stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zondagopenstelling zondagopenstellingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zondagopenstellingv

  1. het geopend zijn van winkels op zondag
     Met dit voorstel reageerde het college op de duidelijke uitkomsten van de enquête over de zondagopenstelling. Tussen 19 maart en 10 april reageerden 3.335 mensen op dit onderzoek, waarvan 58 procent onomwonden aangaf dat middenstanders zelf de vrijheid moeten krijgen om te bepalen of ze op zondag wel of niet de deuren voor het winkelend publiek willen openen.[1]
     Dat betekent dat je vanaf 13 oktober in Zevenhuizen iedere zondag naar onder meer de Action en Hema kunt. ‘Herintreders’ als Zeeman, Ter Stal en Shoeby openen dan eveneens hun deuren. Het vervult Etos-ondernemer Chantal de Regt, die in de zomer van 2018 het initiatief nam voor de wekelijkse zondagopenstelling, met trots.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Han Haveman
    “Raad Hellendoorn geeft groen licht voor koopzondag” (12-06-2019), Tubantia
  2.   Weblink bron “Op zondag naar de Action en Hema? Het kan straks iedere week in Apeldoorn-Noord” (01-10-2019), Tubantia