Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zo·mer·huis·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het zomerhuisjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zomerhuis
Opmerkingen
  • In het spraakgebruik is dit verkleinwoord gangbaarder dan "zomerhuis".

Gangbaarheid