zevenvoud
- ze·ven·voud
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zevenvoud | zevenvouden |
verkleinwoord |
het zevenvoud o
- aantal dat zevenmaal zo groot is als het genoemde of bedoelde aantal
- Net als zevenvoudig olympisch kampioen Esther Vergeer - ’mijn heldin’ - wil Jansen meedoen aan de Paralympics. "Wat ik nog mis, is ervaring. Dat hoop ik op te doen in buitenlandse toernooien.”[2]
- De zevenvoudig Grammy-winnares heeft sinds 2010 geen solowerk meer uitgebracht en kijkt er naar uit om weer te gaan optreden, ondanks haar strijd tegen de ziekte van Lupus.[3]
- Het woord zevenvoud staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zevenvoud" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 06 mrt. 2018 Donna Jansen wil Esther Vergeer achterna
- ↑ de Telegraaf 13 feb. 2018 Toni Braxton maakt comeback
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be