Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zet·te in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inzetten

zette in

  1. enkelvoud verleden tijd van inzetten
    • Ik zette in. 
    • Jij zette in. 
    • Hij, zij, het zette in. 
  2. aanvoegende wijs van inzetten


Gangbaarheid