zesenveertigjarige

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zes·en·veer·tig·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

zesenveertigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van zesenveertigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een zesenveertigjarige periode zonder uitbarstingen. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord zesenveertigjarige zesenveertigjarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

zesenveertigjarige m / v

  1. levend wezen dat 46 jaar oud is of iets dat 46 jaar bestaat
    • De zesenveertigjarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid