zesentachtigjarige
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zesentachtigjarige (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɛsənˌtɑxtəxˌjarəɣə / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- zes·en·tach·tig·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw
- bn: zesentachtigjarig bn met de uitgang -e
- zn: afgeleid van zesentachtigjarig bn met het achtervoegsel -e
Bijvoeglijk naamwoord
zesentachtigjarige
- verbogen vorm van de stellende trap van zesentachtigjarig
- De vulkaan werd weer actief na een zesentachtigjarige periode zonder uitbarstingen.
Schrijfwijzen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zesentachtigjarige | zesentachtigjarigen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- levend wezen dat 86 jaar oud is of iets dat 86 jaar bestaat
- De zesentachtigjarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen.
Schrijfwijzen
Gangbaarheid
- Het woord 'zesentachtigjarige' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.