Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·nig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zenig zeniger zenigst
verbogen zenige zenigere zenigste
partitief zenigs zenigers -

Bijvoeglijk naamwoord

zenig

  1. gekenmerkt door taaie pezen
    • Het zenige vlees was van matige kwaliteit. 

Gangbaarheid

30 % van de Nederlanders;
17 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be